Van nature ben ik een thuisblijver. Ik ben niet graag onderweg. Als ik ergens heenga, blijf ik het liefst op één plek.
Zet mij maar in een IJslands huis onder aan een berg, daar houd ik het met gemak een maand uit.
Toch is dat niet genoeg. Ik wil nu eenmaal een aantal dingen zien. Ik heb een lijstje vol wensen waar je voor op reis moet. Dit jaar ging ik op vakantie naar Portugal en Stockholm. Toen vond ik het welletjes. Ik was ook al naar Zwitserland geweest om een prijs in ontvangst te nemen en naar allerlei plaatsen in Nederland om scholen te bezoeken. Bij elkaar meer dan genoeg onrust.
Toch kwam er nog een reis bij. Het Nederlands Letterenfonds nodigde me uit voor een tiendaags festival in Brazilië: Café Amsterdã. Ik sputterde tegen, want het zou een verre reis worden, een drukke reis en, zo dacht ik, misschien ook een gevaarlijke. Ik had te veel verhalen gehoord over criminaliteit en geweld in Rio de Janeiro en São Paulo. Daarom probeerde ik er een paar keer onderuit te komen, niet al te overtuigend, want ik wist best dat het een mooie kans was. En het is juist goed om je grenzen te verleggen (zeiden ze hier thuis).
Ik ging naar Brazilië en ik ben al weer een tijdje terug. Hier kun je iets over mijn ervaringen lezen. Het was een reis die diepe indruk op me maakte en ja, ik ben heel blij dat ik niet ben thuisgebleven.
Ik herinner me een gedicht van Annie M.G. Schmidt over een jongetje in een rijdend bedje. Het was een van mijn lievelingsgedichten toen ik klein was.
[...]
Het bedje gaat snel! Zo verschrikkelijk snel!
Daar is een auto,
een bromfiets,
een truck,
De weg is zo druk, zo verschrikkelijk druk!
Nu door een tunnel en over een brug.
Hij rijdt naar Milaan en meteen weer terug.
In één ruk terug naar z’n kamertje toe
en dan is Jan moe.
[...]
Misschien vond ik het mooi omdat Jan zijn bed niet uit hoefde. Hij ging op reis én hij bleef thuis. Op de illustratie van Wim Bijmoer zie je een drukke weg en het bedje met Jan. Hij zit rechtop, met een kussen in zijn rug en hij doet helemaal niets. Hij hoeft niet eens te sturen! Het is een gedicht over loslaten, denk ik nu. Over de controle verliezen. Vol vertrouwen op weg naar Milaan. En weer terug.